Toggle Nav
Wintervissen op snoek in de rivieren - met Mick Brown
Als je deze winter de snoeken achterna gaat op de rivier, heeft Mick Brown, de roofvisspecialist, een paar tips voor jou om meer snoeken te vangen.
In dit artikel gaat Mick Brown het hebben over het aas en de rigs om je te helpen het beste uit je snoekvissessies op rivieren te halen.
1. Locatie
Het vinden van een goede stek is het belangrijkste als je snoek wilt vangen op de rivier. Dit geldt ook voor snoekbaars, die in groepen van stek naar stek zwemt op zoek naar voedsel.
Mick zegt:
"Ik heb het gevoel dat er in [Britse] rivieren geen heel grote snoekpopulatie zwemt. Je moet tegenwoordig dus veel aandacht besteden aan het zoeken en vinden van de vis, terwijl je ze in het verleden bijna overal in de rivier kon vangen."
Je moet op zoek naar schuilplaatsen, zoals boten en overhangende struiken, omdat dit plekken zijn waar de prooivissen zich ophouden. Als je de tijd neemt om vroeg in de ochtend of tegen zonsondergang langs de waterkant te gaan lopen, zie je vaak snoeken azen in ondiep water. Wanneer je hier geen tijd voor hebt, let dan goed op tekens vanuit het water zoals springende aasvissen.
2. Doe onderzoek naar de locatie
Mick wijst er ook op dat een beetje kennis van de omgeving veel verschil kan maken. Als je onderweg naar je stek even stopt bij de lokale hengelsportwinkel, vraag dan naar informatie en tips.
Mick Brown:
"Vraag advies van lokale hengelsportwinkels of vraag leden van je hengelsportvereniging, zo kun je veel tijd besparen doordat je niet zelf op zoek hoeft naar tekenen van azende vis.”
3. Het beste tijstip om te vissen op snoek
Hoewel er geen vast seizoen is om op snoek te vissen, beginnen de meeste roofvissers in november achter de snoeken aan te gaan wanneer de watertemperatuur begint te dalen. Houd er rekening mee dat roofdieren zoals snoek en snoekbaars van een constante temperatuur houden. November kan een goede maand zijn omdat de temperatuur over het algemeen langzaam daalt, maar houd desondanks de watertemperatuur in de gaten.
Roofdieren blijven vaak actief wanneer de temperatuur langzaam daalt. Wanneer de temperatuur heel erg blijft schommelen, kunnen roofdieren zoals snoek moeilijker te vangen zijn. Zodra de koude temperaturen aanhouden, passen de vissen zich aan en zullen ze met grotere regelmaat azen.
De winter betekent dat de aasvissen (prooi) zich in grote aantallen samenscholen voor bescherming in het koude, heldere water. Als je de aasvis op de rivier vindt, zullen de roofvissen niet ver weg zijn. Er is echter een keerzijde wanneer de vis zich gaat scholen. De vissen zullen zich op een relatief klein oppervlak concentreren. Omdat je de vis niet kunt zien, is het soms lastig om deze scholen te vinden. Het kan voorkomen dat er in honderden meters water geen enkel spoor van vis te vinden is en er slechts enkele stukken met vissen zijn.
4. Investeer in wat fishing tech
Soms is het niet makkelijk om de snoek te vinden op locaties met diep water. Zelfs wanneer je enkele stekken kent waar de snoek zich vaak schuilhoudt, zul je ze misschien nog niet vinden. Soms kun je ze simpelweg gewoon niet vinden en is het handig om te investeren in een fishfinder.
Mick zegt:
"Ik heb het niet over de grote, dure modellen die je in combinatie met voerboten gebruikt; er zijn een paar goedkope modellen die met smartphones werken. Deze zullen niet alleen vissen lokaliseren, maar zullen je ook de diepte van het water en de temperatuur vertellen, wat belangrijk is als je moet kiezen welk aas je gaat gebruiken."
Fishfinders zijn kleine transducers die je aan je derde hengel en molen monteert. Zodra je hem in het water werpt, laat je fishfinder je zien op welke diepte de vissen zich bevinden en met wat voor soort rivierbedding je te maken hebt. Deze fishfinder vergt enige oefening in gebruik, omdat het verschil tussen een grote groep vissen en een grote vis lastig te zien is. Je ervaring zal je in de loop van de tijd helpen.
5. Het beste aas voor roofvis
Mick zei eerder al dat de watertemperatuur belangrijk is, omdat het bepaalt of je met bewegend aas of doodaas kunt vissen. Volgens Mick werkt doodaas het beste wanneer de watertemperatuur in de dubbele cijfers gaat. In kouder water werkt bewegend aas beter doordat de beweging van de vis de snoeken aanmoedigt om aan te bijten.
LET OP
|
Mick zegt:
"Je moet niet vergeten dat deze vissen weinig zullen bewegen en niet de rivier op en neer zullen zwemmen, zoals ze in de warmere maanden doen. Ze zullen de groepen prooivissen zoeken en om de zoveel tijd eten. Als het echt heel koud is, eten ze misschien maar een paar keer per week..."
Zoals bij alle vissen vertraagt het metabolisme van de snoek in de wintermaanden en verbruiken ze minder energie, dus eten ze minder. Bij het vissen op roofvissen in rivieren is het belangrijk om te onthouden dat een vis meer energie zal verbruiken in stromend water dan in stilstaand water.
Als het gaat om aas raadt Mick aan om sardines en voorn te gebruiken:
"Sardines zijn vettig en geven veel geur af in het water. Ze zijn zacht, maar omdat je ze toch maar een of twee keer per dag werpt, als de vissen nog vers zijn, zullen ze prima volstaan. Voorn is een ander perfect aas wanneer je vist op de rivieren. Je vangt er niet alleen snoek mee, ook snoekbaars is er dol op."
6. Haal alles uit je visdag
Je hebt slechts een beperkte hoeveelheid daglicht in de wintermaanden en je bent misschien maar op zoek naar een enkele aanbeet. Om je kansen te maximaliseren, kun je het beste maar een uur of twee vissen met hetzelfde aas.
7. Beste tuigjes voor snoekvissen op de rivier
De onderlijnen die Mick gebruikt, lijken erg op die waarmee hij op stilstaand water vist.
"Ik geef de voorkeur aan running rigs wanneer ik vis met doodaas, omdat ik niet wil dat de vis enige weerstand voelt wanneer hij het aas oppakt, anders laat hij snel weer los. Ik vis met de rigs op een baitrunner die ik zo licht mogelijk zet, zodat de vis geen weerstand voelt als hij wegzwemt."
De rig zelf is een eenvoudige twin-treble-hook rig gemaakt van 30lbs staaldraad met twee dreggen maatje 4, drie centimeter uit elkaar. Mick bevestigt dit aan een 20lbs monolijn. Micks rigkeuze betekent dat hij een diameter heeft die het werpen niet in de weg staat en toch sterk genoeg is om een groot roofdier in de stroom aan te kunnen. Qua gewicht gebruikt Mick een loodje van 90 gram.
Mick:
"Het is in de meeste rivieren genoeg om het aas naar de andere kant van de rivier te werpen en stevig vast te houden."
Het gewicht knoopt hij vast aan een 15lbs mono die twee keer zo lang is als het spoor. Het andere uiteinde bindt hij vast aan een run rig met een grote diameter. Mick knoopt altijd twee overhandse knopen in deze lijn, zodat de mono het eerst breekt bij veel druk. Mick zegt dat de lange onderlijn ook helpt om alles recht te houden, zodat je lijn niet in de klit raakt.
Het laatste advies dat Mick Brown heeft voor roofvissers, is...
"Raak niet ontmoedigd als je geen vis vangt! Als je er zeker van bent dat de stek waar je vist prooivissen bevat, en daarom snoek, is de vis misschien niet in een aasstemming. Probeer het de volgende keer gewoon weer. Je weet maar nooit hoe het de volgende keer loopt..."